De Franse chirurg Laborit ontdekte het eerste antipsychoticum halverwege de 20ste eeuw. Hij zag dat patiënten na een operatie ‘onverschillig’ of kalm waren als ze het slaapmiddel chloorpromazine hadden gekregen. Groot succes had dit middel bij mensen met een psychotische stoornis. Ze werden niet alleen rustiger maar ook duidelijk minder verward. Veel mensen konden dankzij dit nieuwe medicijn weer een normaal leven leiden, terwijl ze daarvóór vele jaren in psychiatrische instellingen hadden gezeten.

Een paar jaar later maakte de Belg Paul Janssen het middel haloperidol. Hij was eigenlijk op zoek naar een pijnstiller, maar ontdekte bij toeval dat haloperidol goed werkt tegen psychotische symptomen. Er waren wel bijwerkingen: spierstijfheid bijvoorbeeld. Dat bracht een zoektocht op gang naar middelen die goed zouden werken, met zo min mogelijk bijwerkingen.