Het antwoord op deze vraag hangt af van de bijwerkingen. Vind je die juist overdag of juist ’s nachts vervelend? Als je bijvoorbeeld suf wordt van je antipsychoticum, kun je het beter ’s avonds innemen.

Er zijn veel verschillende antipsychotica. De doseringen verschillen ook. Je kunt doseringen van verschillende antipsychotica niet zomaar onderling vergelijken.

Sommige mensen hebben hogere doseringen nodig dan anderen, dit hangt bijvoorbeeld ook af van je gewicht, geslacht en lichaamsbouw. Vrouwen hebben mogelijk ook een lagere dosering nodig dan mannen. Bij eerste psychose krijg je een zo laag mogelijke dosis die je arts langzaam verhoogt als dat nodig is. Bij terugkerende psychosen is de dosering meestal wat hoger.

Uiteindelijk is het doel om samen met je arts een dosering te vinden waarbij de werking zo goed mogelijk is en de bijwerkingen zo klein mogelijk zijn. Dit heet: de minimaal effectieve dosering. Als je langere tijd weinig of geen klachten meer hebt kun je met je arts overleggen of de dosering weer voorzichtig omlaag kan.

Antipsychotica worden vaak gebruikt bij een bipolaire stoornis, ook wel “manische depressiviteit” genoemd. Bij deze ziekte is er afwisselend sprake van manische en depressieve periodes met daartussen periodes zonder klachten. Antipsychotica werken erg goed bij de behandeling van manische en manisch psychotische episodes. Zie ook Antipsychotica en het gevoel (stemming). Daarnaast worden ze soms apart maar meestal samen met een ander type medicijn (stemmingsstabilisator) gebruikt om nieuwe (met name manische) stemmingsepisodes te voorkomen.

Antipsychotica zijn geen specifieke middelen voor behandeling van een angststoornis. In sommige gevallen kunnen ze helpen. Meestal neem je ze dan samen met een antidepressivum, als het antidepressivum alleen niet goed hielp. Ze kunnen ervoor zorgen dat de angstgevoelens minder worden.

Het effect van antipsychotica is vaak erg goed, maar helaas komt het soms ook voor dat ze niet werken. We noemen klachten ‘moeilijk behandelbaar’ als het na twee pogingen met een antipsychoticum niet gelukt is om de klachten genoeg te verminderen. Die twee pogingen moeten wel goed zijn uitgevoerd: je moet een voldoende hoge dosering hebben ingenomen gedurende een voldoende lange periode (4-6 weken). Mensen bij wie twee antipsychotica niet voldoende hebben geholpen (20-30%) krijgen clozapine. Dat zorgt bij 60% van deze groep voor genoeg vermindering van de klachten.

Ja, zeker. Na een psychose blijf je vaak een antipsychoticum slikken omdat je daardoor minder kans hebt op nieuwe psychotische klachten. Het is lastig om een algemeen antwoord te geven op de vraag hoe lang het nodig is om met deze preventieve behandeling door te gaan. Zie ook Stoppen met antipsychotica: hoe en wanneer? en Langdurige behandeling.

Als je clozapine gebruikt en je krijgt koorts of keelpijn, dan moet je nog dezelfde dag contact opnemen met de huisarts, huisartsenpost of psychiater. Vertel dan dat je clozapine gebruikt. Meestal wordt dezelfde dag nog bloed geprikt. Dat is vanwege de zeldzame bijwerking op de witte bloedcellen. Als je last krijgt van verwardheid, slaperigheid, misselijkheid of braken bel je ook meteen een arts.

Je eigen arts kent jouw situatie het beste. Het is daarom het verstandigst om aan je eigen arts advies te vragen en de voor- en nadelen samen te bespreken.  Je kan ook altijd vragen om een second opinion bij een (andere) GGZ instelling of op de afdeling psychiatrie van een algemeen of academisch ziekenhuis.

Je kunt onder meer gratis en anoniem hulp en advies vragen bij een professionele hulpverlener van MIND Korrelatie. Ga naar www.mindkorrelatie.nl voor meer informatie